ZONNIGE KOUDE DAGEN / Fabian de Sackenay

 

Deze dichter/auteur zet in deze laatste bundel een deurtje op een kier die tot een volkomen nieuwe, onbetreden ruimte leidt.  Zijn thema is zo oud als de wereld, maar de manier waarop hij de eindigheid van het bestaan benadert, is een authentieke mix vol verrassingen, sfeer en humor die in de ziel van de lezer een blijvende indruk maakt.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Dierbare lezers,

 

Met grote blijdschap kan Uitgeefhuis de Manke God een aanstaande nieuwe uitgave aankondigen!

 

Het gaat om "Apologie voor Calliope" van onze eigen uitgever Theodoor Brumming. Een dichtbundel die voortkomt uit waargebeurde wederwaardigheden met literaire critici en hen die de toon willen zetten in het hedendaags dichters-milieu.

Dat Theodoor Brumming een bevlogen uitgever is staat buiten kijf. Dat hij niet met lede ogen aan kan zien hoe het hedendaagse literaire landschap verandert in een plat gemaaide vlakte, waar weinig bloeit, is allerzins invoelbaar. Maar dat hij het tot zijn persoonlijke crusade maakt, hier tegen te vechten, mag volgens ons niet ten koste gaan van zijn gezondheid en welzijn. Dat leek even te gebeuren maar uiteindelijk is dit niet zo gegaan! Integendeel! Theodoor heeft het vermogen gehad om met ironie, zelfreflectie en humor zich te revancheren, door kunst als zijn zwaard te gebruiken in deze subtiele, maar vlijmscherpe bundel.

 

Kees Engelhart zegt het volgende er over:

 

'Uitgevers en belijdende beschouwers, een ontvlambare combinatie. Theodoor Brumming is uitgever. En jawel, hij is ontvlamd! Theodoor Brumming persoonlijk kennende, de criticus niet, maant mij desondanks te zeggen dat zijn betoog steek lijkt te houden. Wat mij voor Theodoor Brumming inneemt is dat hij een en ander heeft omgezet in dichtkunst, wat, in tegenstelling tot het eerder veronderstelde ontvlammen, duidt op beheersing alsmede overweging.'

Daarnaast zette het mij aan, waar ik gedurende lange tijd, vanwege redenen die slechts mij aangaan, niet toe te bewegen was, het kleine vaderlandse literaire bestel eens hernieuwd te beschouwen.

Daaropvolgend werden mijn nachten, te zeggen de dromen tijdens die nachten, rijkelijk voorzien van vage beelden uit lang vervlogen tijden, die echter immer iets zeer mannelijks, iets uiterst levendigs bezaten, gevolgd door licht beangstigende impressies van een soort onbeweeglijk heden, geregeerd door onzichtbare, opmerkelijk genoeg, meer en meer vrouwelijke autocraten. Het gaf mij te denken, meer dan te denken.

 

Op eigen, onnavolgbare wijze, heeft Theodoor Brumming zijn vinger op de wonde van het hedendaagse, algemeen aanvaarde, meer dan timide literaire landschap gelegd.'