Korte Introductie van Fabian de Sackenay

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

                                 Interview met Fabian de Sackenay door Maya Lensink

 

Op verzoek van Theodoor Brumming en op kosten van Uitgeefhuis De Manke God stap ik na een voorspoedig reis uit op het kleine station van Fuseta in de Algarve te Portugal.

Het is curieus, ik betrad in Nederland het vliegtuig, het regende, er stond een vlagerige, harde wind en het was koud. In Faro stapte ik twee en een half uur later plompverloren in een heerlijke lentedag!

Daarna een halfuurtje met het boemeltreintje naar Fuseta en daar ben ik dan, echter Fabian staat mij niet, zoals afgesproken op te wachten.  Licht beteuterd kijk ik om mij heen, achter mij heuvels en voor mij een kronkelige weg richting dorp, het stationnetje is geheel en al verlaten.

Het verzoek van Theodoor Brumming betreft niet minder dan een interview met Fabian de Sackenay, aangaande zijn dit voorjaar te verschijnen bundel KOUDE ZONNIGE DAGEN, met als ondertitel De Weg Van Alle Vlees.

Na vijf minuten verschijnt er gelukkig een slanke, haastige man, begin veertiger op mijn netvlies. Hij draagt een Panamahoed die scheef staat en enigzins gekreukt is. Dat is hem, ik weet het zeker.

‘Mijn nederige excuses, Maya, in mijn haast struikelde ik over de zware emmer van een mosselverkoopster hier even verderop in de Rua da Liberdade, stootte mijn hoofd heftig tegen de muur en raakte, zo te zeggen, even van de wereld. Maar hier ben ik dan!’

Hij schudt mij de hand op stevige maar niet doordringende wijze. Zijn zeegroene ogen stralen, licht spottend, heb ik de indruk, maar toch als zijnde de goedheid zelve. Ik besef dat ik overrompeld ben, dat mijn gewoonlijke helderheid van geest mij in de steek dreigt te laten.

‘Kom Mila,' zegt hij. "Ik bedoel natuurlijk Maya, we gaan op pad.’

Fabian neemt mij de rechterarm en leidt mij het perronnetje af. Er is iets in zijn manier van bewegen, zijn fysionomie, zijn uitstraling dat mij als bij toverslag intrigeert, ik voel mij nogal sprakeloos en denk onwillekeurig aan mijn belofte aan Theodoor. 

 

 

 

Fabian de Sackenay

Fabian de Sackenay