Mila Fertek
Publicaties:
Het Fijne Leven Dat Mij Wacht, uitgave bij de Contrabas, 2007
Latere Overtuigingen & Inzichten, Uitgeefhuis de Manke God, 2017
Zal
Zal zij u eens verhalen van haar grote liefde
Zal zij dat eens doen zij die in een boomgaard staat
Een boomgaard in mei
Waar haar armen reiken lieflijk
Naar de ranke takken die vol bloesem zijn
Dat achter haar het gras wuift zal zij het u
Zal zij het u vertellen hoe ze was en droomde
Op die ochtend dat het zo mild was en de lucht
Boven haar zich uitstrekte tot een
Blauwe rimpelloze spiegel en hoe haar haar
Glanzend neerhing op haar schouders
En het jurkje dat ze droeg die tere stof
Zij kan het u vertellen zij kan het
En dat ze ogen had onschuldig die vervulling
Zochten in alles wat godinnen maken kunnen
Uit: Latere Overtuigingen & Inzichten
Recensies :Herbert Mouwen, Mila Fertek ; een onbekende vrouw die onbekend blijft, Meander
En ik lach schaterend en de oude Indiase vrouw lacht ingetogen maar heel vrolijk met Mij mee
Deze bloemen zijn heel mooie bloemen
Ik heb ze gekocht van een oude Indiase vrouw
Wier taal ik niet spreek
Toch zei ik haar ga zitten hierbuiten voor het
Huis in de warme zon dan maak ik een kopje
Thee voor u
De oude Indiase vrouw ging zitten en begreep
Mij helemaal
Vijf minuten later was ik terug met twee
Dampende mokken thee in mijn handen
Ik zette ze op het tafeltje neer en ging naast
Haar zitten
Zo zitten we lekker zei ik en even sloot ik de
Ogen om de geur van de mooie bloemen goed
Tot mij te kunnen nemen
Ze ruiken heerlijk mevrouw zei ik terwijl ik
Mijn ogen weer opende
En de oude Indiase vrouw knikte en glimlachte
Vriendelijk
Zij draagt een forse herenbril de oude Indiase vrouw
En haar gebit is volkomen authentiek
Voorzichtig de mok gloeiend hete thee in haar handen
Houdend en haar hoofd ernaartoe buigend slurpt ze
Uit de dampende mok
Kent u Bach mevrouw zeg ik de deur staat toch open
En de thee is nog lang niet op wacht ik zal u Ich Ruf???
Zu Dir, Herr Jesu Christ laten horen
Even opnieuw ben ik weg en in de huiskamer zet ik
De langspeelplaat op en spoed mij weer naar buiten
Dat is Bach mevrouw zeg ik net zo mooi als uw
Prachtige bloemen die ook nog zo heerlijk ruiken
En van Bach weet ik dat zo net nog niet
In de wind van juli naar augustus
Het is avond en de wind van juli naar augustus is stilgevallen
Een jonge vrouw in feite een meisje nog maar al reeds ruim
Voorzien van de rijpe vormen die bij velen begeerte oproept
Zit op een keukenstoel in de snel duisterende tuin
De jonge vrouw eigenlijk een meisje nog denkt na en haar
Ellebogen rusten op haar knie??n en haar kin rust op haar
Opengevouwen handen die bovendien haar wangen omvatten
Na denkt zij over de verschroeiende liefdes die haar leven
Niet zullen doen verteren en wellicht spoedig al
Het bed vreest zij niet integendeel maar wel de uren dagen
Weken maanden jaren lustra en decennia die zouden
Volgen kunnen die vreest zij maar al te zeer
Daar is zij veel te ongedurig voor meent de jonge vrouw
Eigenlijk een meisje nog en niet lang zal zij bij welke grote
Liefde dan ook blijven kunnen zo voelt zij dat aangezien
De jonge vrouw wellicht een meisje nog zo is geaard
Veel pijn en verdriet zal zij onderweg veroorzaken want ik ben
Van de liefde meent ze en niet van het verstikkende blijvende
Zij die mijn onversneden liefde ten deel zullen vallen kunnen
Alleen mijn kinderen zijn mijn kinderen die ik met man
Noch vrouw delen zal
Het is vrijwel donker nu en de jonge vrouw eigenlijk een meisje
Nog neemt een flinke slok uit het glas met zware bodem waarin
Zij zich een driedubbele bourbon heeft ingeschonken en
Bedachtzaam neemt zij vrijwel tegelijkertijd een fikse teug van
Haar joint en luistert naar de merel die gestopt met zingen is
Het voorbereidende werk is gedaan en voor het werk
Dat nu volgt is zingen niet werkelijk noodzakelijk meer
https://www.dwbarchief.be/uitgave/2006/4/jan-lauwers/mila-fertek/het-fijne-leven-dat-mij-wacht.html
Hoe een en ander ingewikkeld kan zijn voor vrouw en man
Zij heeft hem geslagen
Hij heeft haar pijn gedaan
Dat vindt zij
Hij vindt dat niet
Zij krabt hem overal
Hij gooit haar tegen de stoeprand
Dat vindt zij
Hij vindt dat niet
Zij heeft hem uitgescholden
Hij draait zich bijna om
Dat vindt zij
Hij vindt dat niet
Zij drijft een klauwhamer in zijn achterhoofd
Hij zakt in elkaar
Dat vindt zij
Hij vindt dat niet
Zij schopt hem in de rug
Hij valt als een blok voorover
Dat vindt zij
Hij vindt dat niet
Zij spuugt hem in de nek
Hij laat straaltjes bloed lopen uit zijn mond
Dat vindt zij
Hij vindt dat niet
Mila Fertek is geboren in 1988 te Alkmaar. Nog even en ze is drie-en-twintig. Zij behoort tot de vierde generatie van Oosteuropese immigranten, een immigratiestroom,
die rond 1900 begonnen is.
Mila is de oudste dochter van een welvarende zakenman. Ze groeide op in de pittoreske, gemoedelijke kaasstad, waar ze naar het gymnasium ging en uit de openbare
bibliotheek veel leesvoer naar haar slaapkamer meenam, dat ze las met een gretigheid, die menigeen zou overompelen, maar zij bleef er evenwichtig onder en las verwoed door. Van jeugdboeken tot de
mooiste wereldliteratuur.
Zo las ze o.a.: Kavafis, Pessoa, Pavese, Rimbaud, Jotie T'Hooft, Fritz Kocher, Leopardi, Léautaud, Whitman en Rilke. Ze was extra psychisch vroegrijp door dat
sponsachtig opnemen van de groten der aarde.
Ze onderhield geen vriendschappen, wat gezien haar leeswoede ook niet mogelijk was, maar wat wel een groot offer moet zijn geweest voor een jonge meid, die toch ook
wel eens uit de band wil springen en feestvieren met leeftijdsgenoten in kroegen en dancings.
Op het enige pasfotootje van haar op internet zie ik een fragiele jongedame met bruine krulharen en gesloten ogen, wat kan duiden op een staat van een totale
ingekeerdheid. Introvert zal ze zeker zijn, gezien haar lees- en schrijfhonger.
Misschien is ze nu een studente aan de Universiteit van Amsterdam en woont ze ergens met anderen in een studentenhuis, ik kan me die gang van zaken goed voorstellen
gezien haar grote talent voor woordkunst, ze zal Taal en Letterkunde studeren vermoed ik, maar dat weet ik niet zeker.
Ze schrijft nu al zo'n zeventien jaar, dus ze heeft al een behoorlijke staat van dienst.
Ze voelt zichzelf zeer verwant met de dichteres Fritzi Harmsen van den Beek.
Dat ze al zo jeugdig op een hoog dichtniveau zat, heeft ze gemeen met vele van haar roemrijke voorgangers, waarlijk talent barst vroeg open, je kunt het zien als
oude zielen, die in een stroomversnelling raken.
Ze behaalde in 2006 haar gymnasium-diploma en in datzelfde jaar stuurde ze haar dichtwerk naar de BnM-uitgevers, die haar vroegen om eerst wat naar 'D.W. &
Belfort' te sturen, wat ze deed en het werd gepubliceerd.
Een half jaar later verscheen haar debuutbundel 'Het fijne leven dat mij wacht' bij BnM-uitgevers. Het bleek meteen een literair succes met talloze loftuitingen van
bekende recensenten en natuurlijk veel zinderende beloften voor haar toekomst.
Na vijf jaar mag die tweede bundel wel eens verschijnen, maar ja, daar hebben we wel haar wilskracht voor nodig; dat het erin zit, dat betwijfel ik niet, trouwens,
al duurt het nog tien jaar, dat is evengoed okay.
https://www.nederlands.nl/nedermap/beschouwingen/beschouwing/125604.html
OPENBARE VOORDRACHTEN MILA FERTEK
Link:
https://decontrabas.typepad.com/de_contrabas/2006/11/optreeddebuut_m.html