Kleine introductie van Odile Schmidt
Odile Schmidt geboren in Frankrijk in 1965 verhuisde al in haar vroege kinderjaren naar Nederland, waar ze voornamelijk in de Franse taal opgevoed werd en onderwijs ontving. De Nederlandse
taal werd haar dus niet bepaald met de paplepel ingegoten, maar ze heeft de taal, zo blijkt, vol interesse op eigen houtje eigen gemaakt. En hoe! Haar enorme gevoel voor taal bracht
haar er toe korte verhalen te schrijven en later zich met poezïe bezig te gaan houden. Zij won al diverse malen prijzen voor haar literair werk en stond
meermalen in de top honderd van Prijs de Poezie.
AI Chatcp over Odile Schmidt
Odile Schmidt is a poet
whose debut collection, "Op falende furiën, mieren en ander leven," explores a range of themes without centering on a single topic. The collection is known for its interplay between personal
experiences and broader symbolic references, such as mythological furies and the geometric form of
the torus. Schmidt's work is often seen as "autofiction," blending elements from her life with fictional aspects to create a narrative that resonates on multiple levels. Her poetry is noted for
its expressive and direct style, allowing Schmidt to convey complex emotions and images succinctly. She emphasizes the importance of rhythm and sound in her poetry, using these elements to
enhance the reading experience and evoke deeper meanings. Additionally, her writing frequently addresses themes of personal transformation, the struggle for self-acceptance, and the
reconciliation of past traumas. For more detailed information about Odile Schmidt and her work, you can visit the review on Tzum or the interview on Meander Magazine
link naar Prijs de Poezïe biografie met twee van haar gedichten
Haar bundel "Op falende furïen, mieren en ander leven" werd op gepresenteerd in de Hortus OverZee (30 april 2023) en
dingt mee naar de C.Buddinghprijs!
Een persoonlijke essay van Odile Schmidt (link) over het begrip BETEKENIS vindt u op onze
Blog Pagina
INTERVIEW MET YANAICKA ZOMER TIJDENS DE PRESENTATIE VAN DEBUUTBUNDEL
Laten we beginnen met de achterflap. Je schreef in januari van dit jaar een brief aan Theodoor, mede-eigenaar van Uitgeverij De Manke God. Een deel
van die brief is de achterflap geworden. Je vertelt Theodoor over je wraakzucht en over furiën. Kun je vertellen wat furiën zijn en welke rol ze spelen in je bundel?
Wat zijn furiën? Furiën zijn wezens die in Pallas Athene werden gekozen. Ze moesten hun furieuze kant leren beheersen. De wraakzucht tierde in het oude Griekenland
en families vermoorden elkaar waarop cirkels van wraak nemen tot stand kwamen. De furiën, zo stel ik me voor namen bezit van de geest van zo’n wraakzuchtige en leerden ze vergeven en kalmeren.
Basale beheersing van jezelf. Daarvoor moesten de furiën eerst zelf heftige wraakzucht ervaren en overwinnen. Dit opende de weg naar een rechtstaat. De cirkel van wraak was doorbroken en recht
kon zegevieren.
In de gedichten moet je niet een engel verwachten. Een furie bezit al te menselijke eigenschappen en verlangens. Is niet zo heilig in haar gedrag als zou kunnen.
Een furie kan ook verschrikkelijk falen. Ook falen is haar niet vreemd.
Ik kwam op het idee door Woede en Vergeving van Martha Nussbaum te lezen. Daarin beschrijft ze de furiën en summier hoe ze veranderden van furieus naar Eumeniden
die de weg openden voor een rechtstaat. Ze droegen rode gewaden en hadden gele tanden (misschien wel van de stress)
Het boek bestaat uit 5 thematische delen van ieder 8 gedichten. Het eerste deel bestaat uit gedichten met een geometrisch thema. Ze vormden de basis
van waaruit je de bundel verder bent gaan schrijven. Waarom geometrie en hoe ontwikkelde de bundel zich daarna richting de volgende delen? (Ik kan slechts falen, mislukte liefdes of gedichten,
verzoeningsruimte en wereld delen.)
Geometrie staat vast, zelfs god kan daar niet omheen. Alleen in de wereld van ideeën en de geest bestaat geometrie veel minder. Het geeft houvast maar ook zeer veel
beperkingen. Ik kwam door het onderzoeken van geometrische vormen op de gedichten maar kwam ook steeds losser van de geometrie en verdwaalde in herinneringen en beelden, precies wat je met je
geest kunt doen.
Ik kan slechts falen is geïnspireerd door Tim Fransen, psycholoog, filosoof en cabaretier. Hij zegt dat de mens alleen maar kan falen en dat we er beter om
kunnen lachen. We kunnen zelfs op vijf gebieden falen, zoals het morele of het lichamelijke. Van falen kom je in de liefde terecht. Ik heb lang gedacht over de titel van deze serie. Mislukte
liefdesgedichten, of mislukte liefdes en gedichten. Het werd of. Alsof het schrijven van een gedicht toch er nog iets goeds van kan maken. Alsof gedichten kunnen voorkomen dat de liefde niet zo
gaat als je zou willen. En ach, achteraf blijkt er toch ook veel gelukt te zijn, besef je door het schrijven van een gedicht.
Verzoeningsruimte heeft te maken met de andere kant, die mij of anderen kwaad heeft aangedaan. Het thema van de furie komt hier te pas. Hoe vergeef ik? Ik verplaats
me in de andere kant. Vergeving is me niet genoeg, er is de wens tot verzoening wat moeilijk is wanneer je de daders niet kent, wanneer ze onbekend zijn. Daarom in een gedicht. Verwacht ook hier
niet een engelachtige furie. Het is maar een mens.
Tenslotte terug in de wereld in de reeks wereld delen. Deze wereld is de enige die er is en ik moet het delen. Terug ook naar de kindertijd maar ook naar het
gedichten voordragen. Het hier en nu.
We spraken elkaar een paar weken terug over vandaag en over deze bundel. Je zei toen: poëzie biedt ruimte aan het hoogstpersoonlijke. Wat maakt dat
jij juist in poëzie die ruimte vindt en ergens anders niet?
In poëzie heb ik de ruimte gevonden voor het hoogstpersoonlijke. In verhalen zit je vast aan een plot en personages. In poëzie ervaar ik meer vrijheid en
directheid. Je kunt er gevoelens in kwijt en bizarre beelden. Ik vind het ook expressiever, directer, meer zoals verf dat je meteen op het doek smijt, zonder tussenkomst van kritiek. Er komt ook
meer energie terecht in de woorden. Zo ervaar ik dat.
Uitgaande van dat hoogstpersoonlijke leest jouw bundel als een autobiografisch verhaal. Ik ken delen van jouw levensverhaal en voel daardoor de neiging een soort
puzzel op te lossen. ‘Dit gaat natuurlijk over die keer dat…. Enz. En dit gaat natuurlijk over…’ Ik wil snappen waar het over gaat. Maar je zet je lezers ook uitstekend op het verkeerde been door
er doodleuk een paar volledig fictieve gedichten doorheen te gooien. ‘Barsten’ bijvoorbeeld en ‘Stenigen’, beide in het deel verzoeningsruimte. Kun je iets over deze gedichten vertellen?
Het is geen autobiografie het is meer autofictie. Autofictie is wanneer je wel stukjes of details of beelden put uit jezelf, maar er ontstaat iets nieuws. De
gedichten zijn ook niet chronologisch in de tijd. Vooral op het gebied van liefdes is het chronologisch veel saaier. Stenigen schreef ik over de vluchtelingenstroom uit Syrië, maar dit raakt aan
het oorlogsverleden van mijn ouders. Ook mijn vader moest als kind vluchten naar Zuid Frankrijk. Hij zat in een trein naar het oosten die werd bevrijd door het verzet. Ik las Stenigen voor aan
een Srebrenica veteraan op een grasveld voor de kerk. Bij de veteraan riep het beelden uit de oorlog op. Ze was geraakt denk ik omdat ik de gevoelens van mijn vader zo scherp gezien heb. Het
gedicht heeft de intensiteit en beelden die het gevoel vertolken. Dit gedicht kwam in de top 100 van Turing (nu Prijs de Poëzie) 2014
Barsten is me verplaatsen in een jongen die een steen door een raam gooit. Ik deed dat zo overtuigend dat mensen dachten dat het over mij ging. Maar nee, ik ben
heel anders. Ik weigerde als kind belletje trek te doen want wilde mensen niet laten schrikken.
Ik wilde me verplaatsen in iemand die vlucht voor de oorlog en worstelt met de woede die hij toch in zich heeft. En ik wilde me verplaatsen in zo’n jongen die een
raam bij ons heeft ingegooid. Het zijn denkbeeldige mensen en misschien hoop ik dat zo’n mens het leest en dan zijn eigen verhaal schrijft in plaats van blijven hangen in het destructieve. Kijk,
een furie die mensen bezit, zoals in bezetenheid, moet weet hebben van het furieuze en hoe je daaruit stapt. Dat is de core business van furie zijn. Misschien zit ik er totaal naast. Maar dat
geeft niet. Mij geeft het een gevoel van vrede om er zo over te schrijven. De echte verzoening zal pas komen wanneer ik in gesprek kan gaan maar ik schrijf er veel liever een gedicht over.
Uit ons vorige gesprek merkte ik al dat ik jouw puzzel helemaal niet op moet willen lossen, maar het gewoon tot me moet nemen. Toch noemde jij
poëzie ook een puzzel, maar dan voor jezelf. Wat gebeurt er als jij poëzie schrijft?
Vragen hebben de neiging om cirkeltjes in je hoofd te worden. Je probeert een antwoord te vinden waar je vrede mee hebt. Veel problemen zijn niet op te lossen. Ze
blijven onopgelost bestaan. Poëzie kan een antwoord zijn. Linzensoep ook. Dat is een grapje. Het is een speels onderzoeken van thema’s die aan de oppervlakte komen. Ik zit barstenvol trauma’s en
er komen de gekste dingen naar boven. In plaats van treuren zie ik het mooie van angst. Ik maak er een gedicht over. Dat neemt de angst niet weg, die blijft terugkomen. Maar dat maakt het wel
mooier en dragelijker. Het komische ervan inzien zorgt ervoor dat ik af en toe in mezelf lach. Ik heb mijn vrolijke momenten. Dodelijke ernst is iets wat ik wil vermijden. Ik kan heel serieus
zijn en de keerzijde daarvan is dodelijke ernst. Het is tragisch maar het is ook komisch.
Tot slot, wraakzuchtige. Ben je na het schrijven van deze bundel je furie kwijt? Heb je vergevingsruimte gevonden?
Na het schrijven van deze bundel ben ik denk ik met hakken over de sloot een Eumonide geworden. Het is zo dat wraakzucht naar boven kan komen juist wanneer je er
niet op bedacht bent. Het is beter te weten dat het gaat komen en te weten hoe je dat oplost dan te hopen dat het nooit op je pad komt. Net zoals angst. Je moet niet het niet willen hebben en het
proberen te onderdrukken. De kortste weg door angst is er dwars doorheen. Er zal altijd angst, stress en verdriet blijven komen. Hoe sterker je ertegen vecht, des te heviger het wordt. Ik ben op
een podium gaan staan en heb geschreven. Driemaal. Toen ik beroofd werd door een bende van vijf jongens onder een brug, toen er een boomstam door het raam ging en toen er een vuurwerkbom ons raam
ontplofte.
Interview met Odile Schmidt
‘Ik noem het
expressiedrang.’
door Monique Wilmer-Leegwater
–
Odile
Schmidt (1965) is moeder van vijf, droeg een gedicht uit haar bundel voor aan één Srebrenicaveteraan op het grasveldje voor een kerk. Dit riep beelden op uit de oorlog. Een
voordracht van een Griekse tragedie in acht minuten bij kunstcollectief Rauw gaf besef over Sylvia Plath aan een collega dichter. Een monoloog over een meisje met ADHD leverde bij een auditie
de rol op aan een actrice. Gedichten voorgedragen in het dichtershuisje te Huisduinen gaven betekenis aan een oorlogsveteraan die de tweede wereldoorlog heeft overleefd.
Binnenkort komt haar debuutbundel Op falende furiën, mieren en ander
leven uit bij Uitgeefhuis De Manke God. Daaruit mochten we drie gedichten publiceren bij dit interview.
Foto: Kenneth Stamp
Binnenkort komt je
debuutbundel Op falende
furiën, mieren en ander leven uit bij Uitgeefhuis De Manke God. Kun je daar iets meer over zeggen? Hoe is deze bundel tot stand gekomen?
Ik heb de uitgever van De Manke God per toeval ontmoet in Hortus Overzee. Ik mocht gedichten opsturen en hij was meteen verbaasd over de onverwachte
kwaliteit.
Ik schrijf meestal uit een noodzaak. Ik noem het expressiedrang. Het eerste gedicht dat gepubliceerd werd, werd in de top 100 van de toenmalige Turing gedichtenwedstrijd geplaatst. Daardoor
lag de lat meteen erg hoog. Bovendien had ik de eigenaardigheid om niet steeds dezelfde formule te willen gebruiken bij het schrijven van een gedicht. Dit leverde geslaagde en minder
geslaagde experimenten op. Ook had ik nog maar betrekkelijk weinig gedichten geschreven.
Uitgeefhuis De Manke God sprak me alleen al door de titel aan, het verhaal van Hephaistos. Dit omdat ik al eerder bij kunstcollectief Rauw een moderne Griekse tragedie in acht minuten
voordroeg.
Mijn uitgever is als een mentor. Ik lees nu zijn werk. Hoewel we heel andere stijlen hanteren, zie ik de inspirerende zorgvuldigheid van zijn stijl.
VLINDERTIJD
–
Bukken tussen nectarplanten voor vlinders
bladeren rapen voor er schimmels groeien
losse aarde onder mijn nagels
verteerd blad klam onder vingertoppen
de stoffer en blik in mijn hand om het stoffelijke tot
ongewenst te bestempelen
ben ik al zo luchtig als een vlinder?
–
vlindervleugels liggen eender gevallen bladeren
rond iele stammen, het lijf verdwenen
wat blijft er van me over na gedane oest?
een ragfijn skelet van een blad waar ik doorheen kan kijken
mijn levenslust in een portret gevangen
een doorzichtige schouderpartij
Het zal
voor veel lezers en dichters klinken als een droomscenario om zo ontdekt te worden: een uitgever die je werk dusdanig goed vindt dat hij het wil uitgeven. Je leest nu het werk van je
uitgever. Wat betekent lezen voor jou?
Voor mijn plezier lees ik het liefst literair werk. Het raakt dieper gelegen lagen in mezelf dan gewoon
proza. Het is ook geestelijk voedsel. Ik zie soms kunst als een doorlopende dialoog. Er komt geen einde aan. Er is ook dat ene motief dat terugkomt. Er is een ontwikkeling en die kan ook
verval zijn.
Wat
bedoel je precies met verval in deze context?
Een ontwikkeling gaat niet altijd omhoog zei mijn docent, het kan ook minder worden. Ik zie het als
het zwakker worden van je moed. Of je vriendelijkheid. Iedere deugd kan minder worden door omstandigheden.
Kun je
iets zeggen over het thema in de bundel? Was dat thema er al of ontdekte je dat pas gedurende het schrijven?
Er is een heel palet aan thema’s
doordat ik niet uitging van een centraal thema bij het schrijven. Achteraf gezien is er een verhaal ontstaan met kruisverbanden. De namen van de reeksen geven het thema weer waaronder ik de
betreffende gedichten heb geplaatst. Zo begint het met de reeks Onderhevig aan functies van x en y.
In een onzekere wereld is wiskunde een zekerheid. Ik begon te schrijven met als idee geometrische vormen zoals de torus en de Necker kubus. Ik raakte bij het schrijven voorbij aan de
geometrie, belandde in een herinnering. Overkoepelend speelt de mythe van de furie een rol. Daarvoor verwijs ik naar de achterflap van de bundel.
Bij
Meander hadden we een rubriek Wat maakt een gedicht
goed. Hoe kijk jij daar tegenaan? Wanneer maakt een gedicht indruk op jou?
Waarom ben ik zo dol op Shoelaces van Bukowski? Vanwege de
doordachte boodschap en natuurlijk de vorm ervan waaronder de stem. Geen twee mensen zien hetzelfde voorwerp op dezelfde manier. Het is fijn om even door andermans ogen te zien. Ik zou willen
dat ik een criterium kon opnoemen voor een geslaagd gedicht, maar het zou per goed gedicht anders zijn, gelukkig maar. Het ene gedicht is geslaagd in helderheid, het andere in dynamiek.
Zoiets maar dan complexer. Daarbij heeft iedere lezer een ander leven achter zich en een andere smaakervaring. Ik houd wel van gedichten die niet dichtgetimmerd zijn en ruimte overlaten voor
de lezer. Let wel, sommige stellige gedichten slagen daar ook in, zoals die van Shoelaces van Bukowski.
link naar het interview
Binnenkort een bundel van Odile Schmidt, uitgegeven door Uitgeefhuis De Manke God!
Nog even moet u uw nieuwsgierigheid onderdrukken, maar een klein peepkijkje
kunnen we al prijs geven: link
De bundel is meteen genomineerd voor de C.Buddingh_prijs! link:
PRESENTATIE VAN DE DICHTBUNDEL ZAL PLAATSVINDEN IN DE HORTUS OVERZEE
30 APRIL 2023
Hier de link: naar het interview Odile
Schmidt in het radioprogramma: Meer Dan Woorden van 8 januari 2023