Canzone del sole

 

 

 

 

Lied van de zon

 

Je blonde vlechtjes, blauwe ogen en dan

je twee rode sokjes
de onschuld op je appelwangen
met van die rode blosjes

in het donkere hok waar wij zaten en waar

we ademden zonder adem
waar je wegrende met nee nee

hou op, je maakt me er bang mee


waar ben je geweest, wat heb je gedaan
zeg me o vrouw o vrouw, zeg me,

wat wil dat zeggen, ik ben nu een vrouw

 

in hoeveel armen lag je al, weet je dat nog

het was zeker al een lange tocht

ach laat zitten maar want,

niks zeg je toch

het zij zo


Maar herinner je het groene water nog

hoe we doken in de golven

welke kleur hadden je ogen toen?

vraag het me niet

het antwoord blijf ik je schuldig


oh zwarte zee o zwarte zee o zwarte zee

je was zo helder als de middellandse zee
oh zwarte zee o zwarte zee o zwarte zee

je was zo helder als de middellandse zee

 

Onze fietsen lagen te blinken in de zon
wij in de schaduw van het station

een bloem in je mond hoort er bij en

het maakt alles zo veel blijer

opeens die rare stilte tussen ons

je blik werd op eens anders

de bloem die tuimelde uit je mond

en je riep, hou die hand bij je of anders

 

waar ben je geweest, wat heb je gedaan


'zeg me o vrouw o vrouw zeg me

wat bedoel je met, ik ben nu een vrouw

 

dat wetende lachje van je ken ik niet
wie ben je dan, waar ben je dan?

Ik ken je niet, het maakt me bang
het zij zo


Maar herinner je de hoge golven nog

die dag
we waren als lachende kinderen

waar ligt nu de horizon in jouw oogopslag

ik kan de zon niet meer vinden

 


oh zwarte zee o zwarte zee o zwarte zee

je was zo helder als de middellandse zee
oh zwarte zee o zwarte zee o zwarte zee

je was zo helder als de middellandse zee


oh zwarte zee o zwarte zee o zwarte zee

je was zo helder als de middellandse zee
oh zwarte zee o zwarte zee o zwarte zee

je was zo helder als de middellandse zee

 

De zon komt s morgens op

zo delicaat  en traag

het licht dat hij om ons heen spreidt

 groeit langzaam

De schaduwspoken van de nacht veranderend in bomen

en struiken in bloei

als de ogen van een vrouw 

nog vol van liefde

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Canzone del sole

 

Le bionde trecce gli occhi azzurri e poi 
le tue calzette rosse 
e l'innocenza sulle gote tue 
due arance ancor più rosse 
e la cantina buia dove noi 
respiravamo piano 
e le tue corse, l'eco dei tuoi no, oh no 
mi stai facendo paura. 


Dove sei stata cos'hai fatto mai? 
Una donna, donna dim
mi

cosa vuol dir sono una donna ormai. 


Ma quante braccia ti hanno stretto, tu lo sai 
per diventar quel che sei 
che importa tanto tu non me lo dirai, purtroppo. 


Ma ti ricordi l'acqua verde e noi 
le rocce, bianco il fon
do

di che colore sono gli occhi tuoi 
se me lo chiedi non rispondo. 


O mare nero, o mare nero, o mare ne... 
tu eri chiaro e trasparente come me 
o mare nero, o mare nero, o mare

tu eri chiaro e trasparente me

 

 

Le biciclette abbandonate sopra il prato e poi
Noi due distesi all'ombra

Un fiore in bocca pu servire sai
Piu allegro tutto sembra
E d'improvviso quel silenzio tra noi
E quel tuo sguardo strano
Ti cade il fiore dalla bocca e poi..
Oh no ferma ti prego la mano
Dove sei stata cosa hai fatto mai?
Una donna, donna, dimmi
Cosa vuol dir sono una donna ormai?


Io non conosco quel sorriso sicuro che hai
Non so chi sei, non so pi chi sei
Mi fai paura oramai,

purtroppo


Ma ti ricordi le onde grandi e noi
Gli spruzzi e le tue risa...

Cos'e' rimasto in fondo agli occhi tuoi?
La fiamma e' spento o e' accesa


Oh mare nero, oh mare nero, oh mare ne..
Tu eri chiaro e trasparente come me
Oh mare nero, oh mare nero, oh mare ne..
Tu eri chiaro e trasparente come me.

Il sole quando sorge, sorge piano e poi 

la luce si diffonde tutto intorno a noi 

le ombre ed i fantasmi della notte sono alberi 

e cespugli ancora in fiore 

sono gli occhi di una donna 

ancora piena d'amore.

 

  

  

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Mijn vrije lied

 

In een wereld die

ons niet langer wil 

zing ik mijn bevrijdingslied

en dat ben jij

 

en de oneindigheid

die zich opent om ons heen

ver voorbij

de grenzen van

het oog alleen

er wordt een gevoel geboren

uit snikken die nog zijn te horen

het stijgt boven alles uit, zo waar

boven de verwijten van de mensen

de erfenis van onbehouwen grenzen

ondersteund door een liefdes bries

van echte liefde

 

 

In een wereld die

zichzelf gevangen zet

ademen wij vrij uit

jij en ik

En de waarheid die

naakt voor ons staat

is glashelder en klaar

zo waar

 

zoveel ongekende sensaties

nieuwe emoties en vibraties

die zich willen uiten

in ons

flarden oude geesten vallen weg

daarachter is het beeld nog onbesmet

een liefdesbries die stijgt op

van echte liefde

die ik in jou ontdek

 

lief meisje

je weet

niets voor jezelf te vragen

maar weet dat dat niet hoeft

aan je zij zal ik je lasten dragen

vind je dat goed?

 

stenen huizen

overgroeid met wilde rozen

leven straks weer op

ze roepen ons

 omarmen ons

achtergelaten bossen

niet aangeraakt en puur

 

openen zich

 

 

ze roepen ons

 omarmen ons

 

In een wereld die

zichzelf gevangen zet

ademen wij vrij uit

jij en ik

En de waarheid die

naakt voor ons staat

is glashelder en klaar

zo waar

zoveel ongekende sensaties

nieuwe emoties en vibraties

die zich willen uiten

in ons

flarden oude geesten vallen weg

daarachter is het beeld nog onbesmet

een liefdesbries die stijgt op

van echte liefde

 

terwijl ik jou ontdek

 

 

 

 

 

il mio canto libero

 

In un mondo che

non ci vuole più

il mio canto libero sei tu

E l'immensità

si apre intorno a noi

al di là del limite degli occhi tuoi

Nasce il sentimento

nasce in mezzo al pianto

e s'innalza altissimo e va

e vola sulle accuse della gente

a tutti i suoi retaggi indifferente

sorretto da un anelito d ámore

di vero amore

 

 (Pietre un giorno case)

 (ricoperte dalle rose selvatiche)

 (rivivono ci chiamano)

 (Boschi abbandonati)

 (perciò sopravvissuti vergini)

 (si aprono)

 

(ci abbracciano)

 

Nuove sensazioni

giovani emozioni

si esprimono purissime

in noi

La veste dei fantasmi del passato

 

cadendo lascia il quadro immacolato

 

e s'alza un vento tiepido d'amore

di vero amore

 

E riscopro te

dolce compagna che

non sai domandare ma sai

che ovunque andrai

al fianco tuo mi avrai

se tu lo vuoi

Pietre un giorno case

ricoperte dalle rose selvatiche

rivivono

ci chiamano

Boschi abbandonati

e perciò sopravvissuti vergini

si aprono

 

ci abbracciano

In un mondo che

prigioniero è

respiriamo liberi

io e te

 

E la verità

si offre nuda a noi

 

e s'alza un vento tiepido d'amore

di vero amore

e riscopro te

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 Emoties

 

 

Met je ogen een reiger volgen in zijn vlucht

En merken dat het je zelf doet vliegen

je tevreden nestelen in het gras en luisteren hoe iets in je schuurt

 

de hele nacht turen naar de heuvels

in de verte

om maar te zien waar de zon zich te rusten legt

 

je afvragen hoe je pijn als sneeuw  kunt horen vallen

In je hart 

net zo zacht en geruisloos

zonder kabaal

 
 

 en in de nacht zonder lichten

heel hard rijden om te zien

of het echt zo moeilijk is om te sterven

 

jouw handen pakken

om iets bevestigd te zien

in mezelf

maar in jou niet speelt

 

Begrijpen kun je het niet

noem het van mijn part

emoties

noem het als je wilt

Emoties

 

 

 s Morgens van de heide terugkeren

waar je geen hand voor ogen kunt zien

om daar iets van jezelf te vinden

 

met een visser ouwehoeren

uren en uren

om niet te hoeven voelen

hoe er iets van binnen knapt

 

Een kaal plantje

verse aarde geven

in de hoop

dat er een rode roos geboren wordt

 

 

 

die een man eens op zijn bek zal slaan

alleen omdat hij wat nors deed

en je weet

dat zijn beledigingen niet de pijn zijn

 

 

de ogen sluiten om iets te stoppen 

dat in mij alleen is

maar in jouw geest niet bestaat

begrijpen kun je het niet

noem het maar als je dat wilt

emoties

noem het als je wilt

emoties

 

  

 

 

 

 

 

  Emozioni

 

Seguir con gli occhi un airone sopra il fiume e poi

ritrovarsi a volare

e sdraiarsi felice sopra l'erba ad ascoltare

un sottile dispiacere

 E di notte passare con lo sguardo la collina per scoprire

dove il sole va a dormire

Domandarsi perché quando cade la tristezza

in fondo al cuore

  come la neve non fa rumore

e guidare come un pazzo a fari spenti nella notte

per vedere

se poi è tanto difficile morire

E stringere le mani per fermare

qualcosa che

e' dentro me

ma nella mente tua non c'è

 

 

 

Capire tu non puoi

tu chiamale se vuoi

emozioni

tu chiamale se vuoi

emozioni

 

 

Uscir dalla brughiera di mattina

dove non si vede ad un passo

per ritrovar se stesso

 

Parlar del più e del meno con un pescatore

per ore ed ore

per non sentir che dentro qualcosa muore

 

 

 E ricoprir di terra una piantina verde

sperando possa

nascere un giorno una rosa rossa

E prendere a pugni un uomo solo

 

 

 

 

perché è stato un po' scortese

sapendo che quel che brucia non son le offese

 

e chiudere gli occhi per fermare

qualcosa che

e' dentro me

ma nella mente tua non c'è

Capire tu non puoi

tu chiamale se vuoi

emozioni

tu chiamale se vuoi

emozioni

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De ijskar passeerde en de man schreeuwde: ijsjes top!

 

 Maar halverwege de maand was al het zakgeld al op 

Ik dacht aan mijn moeder in haar gesteven japonnen

De mooiste was die zwart gebloemde, juist aan de eindbloei begonnen

alle  schooljongens  buiten  verkochten hun eindejaars boeken

Ik ook maar stond te lang aarzelend naar  moed te zoeken

verslagen nam ik plaats op een bonte gedachtenfiets

maar s 'avonds vroeg je aan de telefoon, waarom zeg je niets?

 

 welke dag is het en welk jaar?

dit is de tijd dat wij leven met elkaar

mijn handen, kijk mijn handen, ze trillen niet meer

en in mijn ziel, in de diepste van mijn ziel 

heb ik

oneindig, immense liefde

hemelen vol wolken, wolken vol liefde voor jou

Blauwe rivieren, groene weiden, witte meren 

waar mijn weemoedigheid zich koppig

naar toe wil fantaseren 

het universum vindt alle ruimte in mij

maar de moed  er naar  te leven

dat is er niet bij

 

de tuinen in maart kleden zich in  nieuwe kleuren

het is de maand waarin dames hun nieuwe liefdes keuren

aan mij zij lopend zeg je ; ooit ga jij dood

ik denk: met jou aan mijn zij, gebeurt dat  nooit

maar ik zeg niets en vind geen orde in mijn gedachten

jou laat ik in de chaos achter

 

welke dag is het en welk jaar?

dit is de tijd dat wij leven met elkaar

mijn handen, kijk mijn handen, ze trillen niet meer

en in mijn ziel, in de diepste van mijn ziel 

heb ik

oneindig, immense liefde

hemelen vol wolken, wolken vol liefde voor jou

Blauwe rivieren, groene weiden, witte meren 

waar mijn weemoedigheid zich koppig

naar toe wil fantaseren 

het universum vindt alle ruimte in mij

maar de moed er naar te leven

dat is er nog niet bij

 

 I giardini di marzo si vestono di nuovi colori

de tuinen in maart krijgen opeens nieuwe kleuren

het is de maand waarin dames hun nieuwe liefdes keuren

e le giovani donne in quel mese vivono nuovi amori

camminavi al mio fianco ad un tratto dicesti: "tu muori"

Se mi aiuti son certa che io ne verro fuori!

Ma non una parola chiarì i miei pensieri

continuai a camminare lasciandoti attrice di ieri

 

Che anno è, che giorno è

questo è il tempo di vivere con te

le mie mani come vedi non tremano più

e ho nell'anima in fondo all'anima

cieli immensi, e immenso amore

e poi ancora ancora amore amor per te

fiumi azzurri e colline e praterie

dove corrono dolcissime le mie malinconie

l'universo trova spazio dentro me

ma il coraggio di vivere quello ancora non c'è.

 

 

 

 

En ik denk aan jou

 

Ik ben op het werk en denk aan jou

k ga naar huis en ik denk aan jou

Ik bel mensen  en denk aan jou

Hoe gaat het?  ik denk aan jou

Waar gaan we heen?  ik denk aan jou

Ik lach, sla mijn ogen neer  en denk aan jou

 

 

Ik weet niet met wie je bent

Ik weet niet wat je doet

Maar ik weet zeker te weten

aan wie je zit te denken

Deze stad is te  immens

Voor  twee mensen zoals wij

Die niet hopen maar toch zoeken zoeken naar elkander

 

Sorry,  het is al laat’  ik denk aan jou

Breng je naar huis’ ik denk aan jou

Ik was geen fijn gezelschap’ en ik denk aan jou

Ik zit in het donker en denk aan jou

Sluit mijn ogen en ik denk aan jou

Ik doe geen oog dicht en ik denk aan jou

 

 

 

 

Io lavoro e penso a te

torno a casa e penso a te

le telefono e intanto penso a te

Come stai? E penso a te

Dove andiamo? E penso a te

Le sorrido abbasso gli occhi e penso a te

 

Non so con chi adesso sei

non so che cosa fai

ma so di certo a cosa stai pensando

è troppo grande la città

per due che come noi

non sperano però si stan cercando cercando

 

Scusa è tardi e penso a te

ti accompagno e penso a te

non son stato divertente e penso a te

sono al buio e penso a te

chiudo gli occhi e penso a te

io non dormo e penso a te

 

 

 

 

 

 

 

 

om/watch?v=gt5x_3RivK4  

 

 

 

 

 

 Kinderrijmpjes uit de jaren 50 van Gianni Rodari

 

Ik heb geluk

 

Als het buiten hoost en waait

zit ik warmpjes bij huis en haard

de architect tekende het bouwplan

de metselaar metselde het dak ervan

de schilder verfde er lustig op los

een beetje groen, een beetje rose

de ruitenzetter zette alle ramen

het hang en sluitwerk deed een dame

iedereen ijverde voor mijn geluk

met zoveel vrienden kan het niet stuk

 

 

de wekker

 

de wekker s' morgens wekt mij wel

zij gilt afgrijselijk hoog en schel

ik geloof dat ze haar kunnen horen

tot in Frankrijk op de Eiffeltoren

 

Ik kan niet net doen of ze mij niet laat schrikken

en mij niet naar haar wil zal schikken

zolang ik op bed blijf, zal zij niet zwijgen

en zal ik nooit een beetje rust meer krijgen

 

de slaap, die arme drommel

wie weet waar die heen moet sjokken.........

maar buiten van hier aan tot de horizon

wacht mij een nieuwe dag vol zon

 

 

 

Mijn pen

 

Mijn pen die pent en pent

levende, zwarte woorden zonder end

 

zij schrijft gehoorzaam wat ik stel

snel vliegend over het witte vel

 

op het kladje in het schrift

heeft zij haar punt diep ingegrifd

 

het kladje heeft alles op zijn kerf

het goede, het slechte en het bederf

 

leugenwoorden en oprechte

ik kies alleen de hele echte

 

Ik kan leugens niet verkroppen

die laat ik op mijn kladje rotten

Boeken op rijm

 

Mijn boeken kennen uit hun hoofd

alle verhalen, welke dan ook;

die van de indianen

van de roodhuiden en de afrikanen

van de piraten en de prinsessen

de bedoeien in de woestijn

hoog op hun dromedarissen

 

Zij weten van alles het fijne

waarom de maan het water doet deinen

waarom de zon gedwee

verdwijnt naar de bodem van de zee,

de sneeuw valt zonder eigenwaan

en waar alle straten naartoe gaan

 

In mijn boeken zijn er zelfs plaatjes

die hebben zo hun eigen praatjes

al bladerend ontmoet je heel wat personen

zonder je veel in te spannen

 

Ik klaag niet

als ik alleen ben thuis

want met mijn boekenkast

heb ik mijn beste vriend in huis

 

 

 

De dingen die nooit slapen

 

altijd wakker is mijn hart

op elk uur doet hij tikketak

 

ook als ik droom en alles vergeet

en ik van geen geklop meer weet

 

het horloge is altijd in de weer

hij loopt heel zeker, als een heer

 

als ik hem vergeet verliest hij het spoor

en de tijd loopt gestadig door

 

de tijd zelf is nooit absent

denk daaraan als je weer eens

lang aan het uitslapen bent

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Grap

 

Wat ik graag eens deed

is een rondje om de planeet

in een vliegtuig uiteraard

maar niet met zo'n snelle vaart

ik baan mijn weg langzaam aan

en zo zal ik met mijn bootje

glijdend over de wolken gaan

en ik gooi mijn angel naar mooie dingen

en vis dan een, twee sterren

ster-tweelingen

de maan of de halve sikkel

een blinkende komma van nikkel

 

Af en toe kijk ik naar beneden

en zie de landen voorbij komen

de zeeën en de steden

en de mensen die er wonen

en als de kinderen mij groeten

met hun petjes in de hand

dan gooi ik een briefje

waar op geschreven staat:

ik hou van jullie allemaal

de witten, gelen en de moren

ik laat je jullie ook een rondje maken

als ik nog eens langs zal komen

 

 

 

Een gedachte

 

In het midden van de stad op straat

vond ik een gedachte

een in mooi, vredig gewaad

Hij sprong zomaar in mijn hoofd

als een lichtje dat nooit dooft

als een kleine zonnestraal

dat na een storm parmantig praalt

hij was als een koele bries

want wat dacht deze gedachte nu precies:

dat op een dag, om 12 uur zeven

op aard r geen huis zou wezen

zonder een geurend brood met spleetje

op een fris gewassen kleedje

 

 

 

 

 

De camping

 

 

Daarginds in de bergen

waar de dennenbomen zich thuis voelen

en waar heldere beekjes

alles schoon spoelen

 

tussen al die groene dennen

en de zilverkleurige beken

zet me daar maar een tentje op

en ik zal tevreden wezen

 

Ik zal een bedje hebben van

bosviooltjes en beukennootjes

en het kussen heb ik al

mijn broodtrommel met koffiebroodjes

 

als plafond het hemel gewelf

geurend naar de wind

waar witte wolken in stilstaan

om ook hun tentje op te slaan

 

 

Sterren voor iedereen

 

Denk eens goed na, en vind dan bekwaam

een geschikte voor- en achternaam

voor de sterren die deze niet hebben

en in het firmanent staan weg te ebben

en onbenoemd staan spin te webben

 

We doen gewoon in een grote hoed

mijn naam en de jouwe, dat is goed

die van je broer, en de minister

en alle namen uit het telefoonregister

 

Nu doen we om de kleinste ster een blinddoekje

dan mag hij een naam vissen uit het namenhoedje

zo nemen alle sterren een voor een

een prachtige naam voor hen alleen

 

Sterren voor allen! We worden allen vernoemd

Zelfs Jan Schmit wordt op zijn oude dag nog beroemd

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Goedemorgen school

 

heel de zomervakantie lang

is de school een maanlandschap

de deuren gesloten, de ramen op slot

het lokaal uitgestorven, doodstil in het komplot

de tafels en stoelen lijken doodsgraven

als in allerijl verlaten loopgraven

 

Maar op een middag klinkt weer een bel

de oude concierge drukt op de schel

en -tuuut, tuuut, de school komt tot leven

de ramen gaan open

om het feest te beleven

de zon schijnt in elk hoekje van het lokaal

op meester bureau

en jouw bank krijgt ook een zonnestraal

en met een gouden vingertje beschijnt hij eigenwijs

op de wereldkaart een heuse wereldreis

 

Nu spreekt het bord

 

Voorbij voorbij

wat heb ik lang gepit

ik voel me weer fris en uitgeslapen

op mijn stalen tenen

strek ik graag mijn benen

maak ik graag weer eens een lange rit

Zeg eens, is mijn gezicht goed schoon

Alstublieft meneer bordwisser

geef eens een heerlijke opfrisser

 

De wisser

 

Zie madame, al een frisse snuit

Hoort u de bel, wat een heerlijk geluid

bereid u zich maar voor op de hanepoten

van dweepzieke klasgenoten

altijd als de juf even niet kijkt

worden de sommen verrijkt

met namen van kampioenen en hun concurenten

 

 

 

 

 

 

 

 

Geen zin

heb ik

me te storten

in de wirwar van straten

Stapels moeheid

draag ik op mijn schouders

Laat me

maar zo

een ding

in een hoek  

neergezet 

en vergeten

Hier 

voel ik niets dan

behaaglijke warmte

Ik verblijf  met  vier rookpluimpjes

die buitelingen maken  

in de haard

 

Giuseppe Ungaretti

 

 Non ho voglia

di tuffarmi

in un gomitolo

di strade

Ho tanto stanchezza

sulle spalle

lasciatemi cosi

come una 

cosa 

posata in un angolo 

e dimenticata

Qui 

non si sente 

altro che il caldo buono

Sto con le quattro

capriole

di fumo del focolare

 

Natale Guiseppe Ungaretti